De Grote Kroosvaren

Verschenen in het magazine "Blad" van tuinpark Nieuw Vredelust

Een paar jaar geleden zag ik dat de sloot achter ons tuinhuisje op tuinpark Nieuw Vredelust compleet was dichtgegroeid met een vreemd soort kroos. Bij nadere inspectie bleek het te gaan om de Grote Kroosvaren. Geen kroos dus, maar een watervarentje. Het was de eerste keer dat ik dit in onze sloot zag. De Grote Kroosvaren (Azolla filiculoides) komt oorspronkelijk uit Amerika en is dus eigenlijk een exotische soort. De plant werd omstreeks 1900 in Nederland voor het eerst gesignaleerd, mogelijk is deze ontsnapt vanuit een Hortus Botanicus. Toch kwam deze plant zeer lang geleden al in Europa algemeen voor maar stierf tijdens de voorlaatste IJstijd uit. De kroosvaren groeit goed in voedselrijk water en vermenigvuldigt zich zeer snel waarbij de sloot volledig dicht groeit. De dikke laag op de sloot veroorzaakt een zuurstofloos milieu in het water waardoor vissen en andere dieren afsterven. Goed voor het leven in de sloot is het dus zeker niet. De blaadjes kunnen donkerrood worden door de vorming van carotenoïde pigmenten als reactie op stress of in de aanloop naar de herfst en winter.

De Grote Kroosvaren leeft in symbiose met een blauwalg. De blauwalg zet stikstof uit de lucht om in een voor de kroosvaren bruikbare vorm. Door de ophoping van stikstof vormt het goede compost en is de plant bruikbaar als bemester. Naast grondstof voor bemester wordt de kroosvaren ook gebruikt als veevoer.

Als je de blaadjes van de kroosvaren van dichtbij bekijkt dan zie je opeens dat het geen kroos is en dat ze er heel mooi uit zien. Bekijk ze eens met een vergrootglas. Hieronder volgen enkele foto's die ik met de microscoop heb gemaakt.

Close-up van de blaadjes van de Grote Kroosvaren.

Weefsel-structuur van blad (links) en stengel (rechts). Duidelijk is het carotenoïde pigment te zien waardoor de Grote Kroosvaren rood kleurt.

In gunstige omstandigheden vermeerdert de Grote Kroosvaren zich door middel van sporen. Tussen de blaadjes zijn een soort van kapsels zichtbaar waarin zich sporendragers bevinden. Eén zo'n kapsel heet microsporocarp.

Kapsels waarin zich de sporendragers bevinden. Rechts is er eentje opengesneden: de gele bolletjes zijn de sporendragers.

De sporendragers op hun beurt bevatten de uiteindelijke sporen waarmee de verspreiding plaatsvindt. Elke sporendrager bevat 64 sporen, die in pakketjes zijn samengevoegd.

Pakketjes waarin de sporen zich bevinden.

Tot slot nog iets over de blauwalg. Zonder deze kleine symbiotische partner zou de Grote Kroosvaren het niet lang volhouden. De blauwalg draagt de naam Anabaena azollae en bevat cellen die gespecialiseerd zijn in het binden van stikstof uit de lucht (stikstof-fixatie).

De cellen van Anabaena azollae zijn gerangschikt in de vorm van een kralensnoer. In de grotere cel vindt stikstofbinding plaats.

Techniek

De macro-opnamen werden gemaakt met objectief Carl Zeiss 3.2/0.07 en de micro-opnamen met Carl Zeiss Neofluar 16/0.40, Neofluar 40/0.75 en Lomo apochromaat 70/1.23.