Introductie
Sieralgen (Desmidiaceae) vormen een groep, voornamelijk eencellige, groene algen. Tot deze algen behoren o.a. Closterium, Cosmarium en Micrasterius waarvan voornamelijk de eerste twee zeer algemeen in weinig vervuilde (voedselarm of oligotroof) zoete wateren voorkomen. De celwanden van sieralgen bestaan uit verschillende lagen en de buitenste daarvan wordt gevormd door pectine. Beweeglijkheid wordt mogelijk gemaakt door de uitscheiding van pectine. In de cellen van sieralgen komen vaak bariumsulfaat (BaSO4) kristallen voor, deze zijn met name bij Closterium goed waar te nemen.
Closterium
Deze alg valt op door de typische maansikkel-vorm. De lengte van de cellen varieert van zeer klein (ca. 25 μm) tot bijna 1 mm. Wanneer Closterium door de microscoop waargenomen wordt dan valt op dat de cellen niet geheel onbeweeglijk zijn, ze maken 'kruipende' beweging en kunnen zich daardoor verplaatsten. De beweging wordt mogelijk gemaakt door de uitscheiding van slijmachtig pectine. Aan de uiteinden zijn vaak groepjes kristallen van bariumsulfaat zichtbaar en deze kristallen schommelen op en neer door de brownse beweging. De volgende foto's werden gemaakt van een monster uit mijn vijver waar op dat moment Closterium massaal aanwezig bleek te zijn.
Opeenhoping van Closterium rondom een dode plantenrest. Gefotografeerd in donkerveld-belichting met Carl Zeiss Neofluar 6.3/0.20.
Closterium gefotografeerd in helderveld met objectief CZJ Apo 16/0.40.
Closterium gefotografeerd in donkerveld met objectief CZJ Apo 16/0.40.
Closterium gefotografeerd in schuine belichting met objectief Carl Zeiss 40/0.65.
Closterium gefotografeerd in schuine belichting met objectief Zeiss-Winkel 25/0.45. Op de linker foto zijn de kleine kristallen aan de uiteinden goed te zien.
Closterium, gefotografeerd met ringvormige belichting (links) en helderveld-belichting (rechts). Objectief: Leitz Pl Apo 25/0.65.
Behalve mijn vijver heb ik ook uit diverse sloten en rivieren monsters genomen en daar zijn de volgende foto's van afkomstig.
Closterium afkomstig van een monster uit de Maas bij Kessel. Gefotografeerd in helderveld (links), schuine belichting (midden) en ringvormige belichting (rechts). In het midden van de alg is de kern zichtbaar. Objectief: Leitz Planapo 25/0.65.
Closterium uit een sloot in Voorburg, gefotografeerd met ringvormige belichting (links) en schuine belichting (rechts). Objectief: Leitz Pl Apo 25/0.65.
Cosmarium
Een typisch kenmerk voor sieralgen is dat de cellen uit twee helften bestaan en dit is bij de alg Cosmarium zeer duidelijk te zien. De cellen van Cosmarium kunnen verschillende vormen hebben en de lengte varieert van 10 - 200 μm.
Cosmarium uit een vijver op tuinpark Nieuw-Vredelust, gefotografeerd met schuine belichting. Objectief: Carl Zeiss Apo 40/1.0.
Cosmarium, gefotografeerd in helderveld. Links: Carl Zeiss Neofluar 40/0.75. Midden en rechts: Zeiss-Winkel 40/0.65.
Cosmarium gefotografeerd in helderveld. Links: Zeiss-Winkel 25/0.45. Midden: Zeiss-Winkel 40/0.65. Rechts: Leitz 25/0.50.
Cosmarium met enkele delings-stadia (links, midden en rechtsboven). Gefotografeerd in helderveld met resp. Zeiss-Winkel 40/0.65 en Zeiss-Winkel 25/0.45.
Literatuur
Linne von Berg, KH., Hoef-Emden, K., Marin, B., Melkonian, M. (2012). Der Kosmos Algenführer. Stuttgart: Franckh-Kosmos-Verlags-GmbH & Co.
Bold, H. C. (1973). Morphology of Plants. New York: Harper & Row, Publishers, Inc.