Voordat men op zoek gaat naar een microscoop is het belangrijk om een paar dingen op een rijtje te zetten. Het belangrijkste is om je goed realiseren wat er onderzocht gaat worden en welke vergrotingen daar voor nodig zijn. In de microscopische wereld krijg je te maken met objecten die in grootte variëren van grofweg een micrometer tot een millimeter, een factor 1000 verschil. Alleen al in een druppel slootwater kun je organismen aantreffen die zoveel in grootte verschillen. Objecten met bovengenoemde afmetingen worden bekeken met een doorlichtmicroscoop, ook wel biologische microscoop genoemd.
Voor de beginnende hobbyist
Iedereen kent wel de klassieke microscoop, het zogenaamde hoefijzer-statief, ook wel kantel-statief genoemd. De meeste mensen zijn er vroeger op de middelbare school tijdens de biologielessen mee in aanraking gekomen. Het zijn monoculaire microscopen met een rechte kijk-tubus en een kantelbaar statief. Deze relatief eenvoudige microscopen zijn goed om mee te beginnen. Voor een beginner is het niet raadzaam om gelijk veel geld uit te geven aan een eerste microscoop, vooral omdat veel mensen niet weten of het wel een blijvende hobby zal zijn. Het kan zomaar zijn dat de aanvankelijke interesse er na een tijdje niet meer is. En zie dan die dure nieuw gekochte microscoop maar eens te verkopen..........En in het andere geval, dat de interesse is aangewakkerd en het naar meer smaakt, kan altijd nog een instrument met meer mogelijkheden worden aangeschaft.
Bij microscopen is het zo dat het kopen van een ouder model op de tweedehands markt zich loont. Veel microscopen die in de vorige eeuw zijn gebouwd zijn zeer degelijk. De kleur van een microscoop geeft de leeftijd aan. Koperkleurige messing microscopen zijn zeer oud (jaren 20 en ouder) en doorgaans minder geschikt om goed mee te werken. Deze heel oude microscopen zijn meer iets voor de verzamelaar en fungeren beter als sier-object. De meest geschikte modellen zijn zwart (grofweg jaren 40-60) of grijs (grofweg jaren 70). In deze perioden werd er nog weinig tot geen kunststof in microscopen verwerkt. Deze microscopen zijn vaak geheel van metaal en behoorlijk zwaar en dat maakt ze tot mechanisch robuuste en stabiele instrumenten. De nieuwe microscopen van tegenwoordig zijn over het algemeen van mindere kwaliteit. Ik heb een sterke voorkeur voor de zwarte microscopen. Beter dan dat krijg je ze niet, ze zijn gemaakt van een kwaliteit die alles wat tegenwoordig wordt geproduceerd ver achter zich laat. Onder Engelstalige microscopisten bestaat de uitdrukking: " if it's not black, send it back ". Maar ook de meeste grijze modellen uit de 70er jaren zijn zeer goed. Net als andere puur optische instrumenten veroudert een microscoop niet.
De tweedehands markt is dus interessant om naar een eerste microscoop te gaan zoeken. Veel mensen hebben wel ergens een microscoop op zolder staan die ze geërfd hebben en willen er vanaf omdat ze er niets mee doen of omdat hij in de weg staat. Soms is er dan wel de situatie dat de eigenaar niet kan aangeven of de microscoop in orde is omdat hij of zij er zelf geen ervaring mee heeft. Maar een hoefijzer-statief zit mechanisch en optisch vrij eenvoudig in elkaar en dat maakt de kans op een defect wat kleiner en daardoor kan ook een leek meestal redelijk de conditie van de microscoop inschatten. Er zijn een paar dingen waarop gelet moet worden bij een gebruikte microscoop:
● Vermijd speelgoed-microscopen en aanverwanten. Op de tweedehands markt worden nogal wat speelgoed-microscopen aangeboden die veel lijken op een echte microscoop. De oudere modellen zijn vaak ook helemaal van metaal en zien er degelijk uit. Door te kijken naar de specificaties op de objectieven en de hoogte van het statief kan men vrij makkelijk zo'n speelgoed-microscoop van een echte onderscheiden. Op achromatische objectieven staan specificaties zoals mechanische tubuslengte (160 of 170 mm), dekglasdikte (0.17 mm) en apertuur (deze waarde hangt van het objectief af). Op een objectief 40 kan bijvoorbeeld staan: 40/0.65, 160, 0.17. Soms staan niet al deze waardes er tegelijkertijd op maar wat er altijd op moet staan is de apertuur. En dat is de waarde 0.65 in bovenstaand voorbeeld. De objectieven van speelgoed-microscopen missen deze specificaties, er staat bijvoorbeeld alleen 40x op. Dit zijn geen meerlenzige achromatische objectieven maar enkelvoudige lenzen die slechte beelden met veel kleurschifting geven. De hoogte van een echte microscoop (kantel-statief) is minimaal ca. 30 cm. Speelgoed-microscopen zijn altijd beduidend kleiner dan dat.
Microscopen met een ingebouwd LCD scherm of digitale microscopen zijn bijna altijd een slechte (en te dure!) koop. Ook hier zijn er geen optische specificaties te vinden, is de ingebouwde camera slecht en het oplossend vermogen beroerd. Het klinkt zo modern en aanlokkelijk, zo'n 'digitale' microscoop. Maar de microscoop is per definitie geen modern digitaal instrument maar een tijdloos optisch instrument dat sinds begin 20e eeuw nauwelijks verbeterd is.
● Mechaniek. Alle beweegbare delen dienen soepel te lopen en niet vast te zitten. Onder beweegbare delen vallen o.a. revolver, preparaat-geleider, kruistafel, grof- en fijn-afstelling en condensor-afstelling. Een eenvoudigere microscoop heeft vaak niet al deze onderdelen maar er is wel altijd een revolver en grof/fijn afstelling. Bij microscopen die lang stil hebben gestaan lopen sommige onderdelen nog wel eens stroef. Maar gelukkig is dit bij goede microscopen meestal te verhelpen met wat smering.
● Grof en fijn-afstelling. Belangrijk is dat deze goed lopen. Zonder goede scherp-afstelling kun je met een microscoop weinig. De werking van de fijn-afstelling is te controleren door een preparaat te bekijken. Werkt deze niet, dan is het raadzaam om van de koop af te zien. Er zijn ook microscopen die alleen een grof-afstelling hebben maar deze zijn lastiger te gebruiken bij hogere vergrotingen. Het is dus raadzaam om een microscoop met een fijn-afstelling te kopen.
● Revolver. Dit is het draaibare deel waarin de objectieven zitten. Kantel-statieven hebben revolvers voor 2, 3 of 4 objectieven en soms kan er maar 1 objectief ingedraaid worden. Een microscoop waar maar 1 of 2 objectieven ingedraaid kunnen worden is niet zo handig dus het is beter om er een te hebben voor 3 of 4 objectieven.
● Optiek. Belangrijk is dat het beeld scherp is. Bij een onscherp beeld kan er wat met de objectieven aan de hand zijn. Is het beeld wel scherp maar flauw, dus met weinig contrast, dan is meestal het objectief en/of oculair vies. Bij tweedehands microscopen zijn de oculairen en objectieven regelmatig vervuild. Vrijwel altijd zijn lenzen schoon te maken met gedestilleerd water waarin een paar druppels afwasmiddel in is opgelost.
● Objectieven en oculairen. Om te beginnen voldoet een configuratie met objectieven 4/0.10, 10/0.25, 40/0.65 en oculairen 5x (of 6x) en 10x . Met deze set objectieven en oculairen kan zeker 90% van alle microscopische onderwerpen gedetailleerd bekeken worden. Een 100/1.25 olie-immersie objectief is niet heel nuttig voor een beginner en zelfs ervaren microscopisten gebruiken dit objectief niet zo vaak. Daarentegen is een objectief 20/0.40 of 25/0.45 veel bruikbaarder; dit is een zeer handige vergroting waarmee de meeste onderwerpen op een aangename manier en met genoeg detail bekeken kunnen worden. Bovendien heeft een 20/0.40 of 25/0.45 objectief een prettige werkafstand: er is redelijk wat ruimte tussen objectief en preparaat. Voor donkerveld microscopie is een 20x of 25x objectief ideaal omdat er zeer gemakkelijk een indrukwekkend donkerveld beeld mee kan worden gerealiseerd. Het is een heel mooi objectief om organismen uit de sloot in donkerveld mee te bekijken. Een 20x-25x objectief tref je standaard niet aan op de meeste microscopen maar het loont zich om daar op den duur in te investeren.
Het is handig om minimaal twee oculairen te hebben zodat er een aantal eindvergrotingen gemaakt kan worden. Het is niet zo dat meer vergroting beter is. Het gaat om oplossend vermogen, niet om eindvergroting. Een objectief 40/0.65 geeft met bijvoorbeeld een 6x oculair een briljanter beeld dan met een 10x oculair terwijl het oplossend vermogen gelijk blijft. Sommige mensen vinden een groothoek-oculair (WF; Wide Field) prettig, je krijgt daarmee een groter beeldveld en je hoeft het oog niet zo dicht bij het oculair te houden, wat voor brildragers handig kan zijn. Zelf vind ik een Huygens oculair aangenamer als met 1 oog wordt gekeken.
● Monoculair of binoculair. Hoefijzer-statieven zijn monoculair, er wordt met 1 oog gekeken. Het heeft zowel voordelen als nadelen. Voor een beginner zie ik echter meer voor- dan nadelen omdat deze microscopen goedkoper zijn en optisch minder complex (dus minder kans op mankementen als je tweedehands koopt). Bovendien hebben sommige mensen moeite om door een binoculaire (voor 2 ogen) te kijken. Sommige mensen kunnen het beeld van twee oculairen niet samenvoegen of ze krijgen hoofdpijn als de binoculaire kop niet juist afgesteld is. Daarbij is het mogelijk om met een goede webcam, oculair-camera of smartphone het beeld vanaf een scherm te bekijken waardoor je helemaal niet door de microscoop zelf hoeft te kijken. Dan heb je aan een monoculaire microscoop genoeg. Het kijken met 1 oog kan een nadeel zijn omdat het dichtknijpen van het andere oog vermoeiend wordt. De truc is echter om beide ogen open te houden, na een tijdje blokkeren de hersenen het beeld van het oog dat niet door de microscoop kijkt.
● Spiegel of lamp. Het is allebei mogelijk maar met een spiegel kan een betere verlichting gerealiseerd worden dan met een insteek-lamp. Een spiegel maakt het mogelijk om iedere lichtbron te gebruiken, van daglicht tot LED, het kan allemaal met een spiegel. Bovendien kan een insteek-verlichting met gloeilamp behoorlijk heet worden.
Een microscoop die vaak op de tweedehands markt te vinden is de Olympus GB. Dit is een zeer goede en robuuste microscoop uit de jaren 50-60. Ook voor professioneel werk is deze microscoop uitstekend. Er kan zowel hoge-resolutie donkerveld-microscopie als fasecontrast-microscopie mee gedaan worden. De speciale condensors die hier voor nodig zijn passen namelijk ook in deze microscoop. Een wat eenvoudiger model van Olympus is de HSA, (niet te verwarren met de Olympus ST die geen fijn-afstelling heeft) een compacte school-microscoop van prima kwaliteit en tevens geschikt voor de jongere onderzoeker. Deze twee microscopen dienen slechts als voorbeeld, er zijn genoeg soortgelijke microscopen van andere merken op de tweedehands markt die ook geschikt zijn om mee te beginnen.
Afb. 1. Olympus GB (links) en HSA (rechts), twee kwalitatief goede microscopen die voor weinig geld op de tweedehands markt te vinden zijn.
Een goede microscoop is ook de Olympus E, een grijs model uit de 70er jaren. Dit is een zeer degelijke microscoop die uitgebreid kan worden met vele accessoires en die op de tweedehands markt vaak wordt aangeboden, zowel in monoculaire als binoculaire uitvoering.
Afb. 2. Olympus E in monoculaire en binoculaire uitvoering. Voor dit model bestaat tevens een goede Köhler verlichting die i.p.v. de spiegel gemonteerd kan worden.
Voor de meer gevorderde hobbyist en professionele doeleinden
Als iemand de smaak van microscopie eenmaal te pakken heeft en er meer mee wil gaan doen of wil gaan gebruiken voor professionele doeleinden dan is een microscoop aan te bevelen waarvoor veel accessoires te verkrijgen zijn. Een model dat vaak te vinden is op de tweedehands markt is de Zeiss Standard. Dit is een allround microscoop die uit te breiden is met zeer veel accessoires die bovendien ook vrij gemakkelijk te vinden zijn. Carl Zeiss produceerde vanaf eind jaren 50 een systeem-microscoop die Zeiss Standard werd genoemd. Deze microscoop is een begrip geworden in de medische wereld en is nog vaak terug te vinden in hedendaagse laboratoria. Met de microscoop kan o.a. fasecontrast-microscopie bedreven worden. Met fasecontrast kunnen slecht zichtbare transparante objecten gemakkelijker onderzocht worden. Zeer kleine, kleurloze organismen zoals bijvoorbeeld bacteriën zijn met normale helderveld-microscopie moeilijk zien. Door middel van fasecontrast worden kleurloze, transparante objecten zwart afgebeeld.
Van de Zeiss Standard is er een aantal modellen, een paar gangbare types zijn o.a. Standard GFL, Standard RA, Standard 14 en Standard 16. Al deze modellen zijn geschikt voor professioneel werk en de gevorderde hobbyist en ze kunnen met dezelfde accessoires worden uitgebreid. De Standard 14 en 16 werden eveneens geproduceerd met ingebouwde halogeen verlichting, dit is voor het eerste gebruik wat gemakkelijker dan de gloeilampen met externe transformator die we aantreffen bij de GFL en RA. Een nadeel van de halogeen verlichting is dan weer dat ombouw naar LED wat lastiger is. Een Standard 14 met halogeenverlichting is een prima routine microscoop voor onderwijs, laboratorium en kliniek.
Als u op zoek gaat naar een gebruikte laboratorium microscoop dan is het aan te bevelen om iemand mee te nemen die wat ervaring heeft met dit soort microscopen. Anders dan bij de eenvoudige hoefijzer-statieven zijn deze microscopen mechanisch en optisch veel complexer, dus kan er ook meer mis mee zijn.
Afb. 3. Zeiss Standard 14 met 4-voudige revolver en ingebouwde halogeenverlichting.